Carl Barks

From McDrake Wiki

Jump to: navigation, search
m
m
Line 19: Line 19:
== Zijn leven ==
== Zijn leven ==
-
Carl werd in 1901 geboren in Merrill, in de Amerikaanse staat Oregon, als de tweede zoon van William en Arminta Barks. Het gezin verhuisde regelmatig; eerst naar Midland, toen naar Santa Rosa en vervolgens weer terug naar Merrill, waardoor Carl twee klassen had gemist en pas op zijn vijftiende het laatste leerjaar kon afronden. Omdat zijn beginnende doofheid het moeilijk maakte lessen te volgen en de dichtstbijzijnde middelbare school tien kilometer verdrop lag, besloot hij maar helemaal met school te stoppen.
+
Carl werd in 1901 geboren in Merrill, in de Amerikaanse staat Oregon, als de tweede zoon van William en Arminta Barks. Het gezin verhuisde regelmatig; eerst naar Midland, toen naar Santa Rosa en vervolgens weer terug naar Merrill, waardoor Carl twee klassen had gemist en pas op zijn vijftiende het laatste leerjaar kon afronden. Omdat zijn beginnende doofheid het moeilijk maakte lessen te volgen en de dichtstbijzijnde middelbare school tien kilometer verderop lag, besloot hij maar helemaal met school te stoppen.
[[Image:Cartoon_Barks.jpg]]
[[Image:Cartoon_Barks.jpg]]
-
Cartoon van Carl Barks voor The Calgary Eye-Opener
+
Cartoon van Carl Barks voor ''The Calgary Eye-Opener''
-
In 1917 schreef hij zich in voor een schriftelijke tekencursus, de Landon Mail Course. Door slechte postbezorging kon Barks de cursus echter niet afmaken. Bovendien brak de Eerste Wereldoorlog uit en alle dienstplichtigen uit de buurt werden opgeroepen, wat tot een grote vraag naar hulpkrachten in de omringende boerderijen leidde. Carl was nog twee jaar verwijderd van dienstplichtige leeftijd en werkte zich een slag in de rondte, waardoor voor tekenen weinig tijd overbleef. Na de oorlog verliet hij de boerderij en vertrok naar San Francisco, waar hij ging werken in een drukkerij, maar waar de plaatselijke kranten geen enkele interesse toonden in zijn tekeningen. Anderhalf jaar later keerde hij terug naar Merrill, waar hij Pearl ontmoette en in 1921 met haar trouwde. Barks was het werk op de boerderij moe en werkte vanaf 1923 als houthakker en later bij de spoorwegen, waarvoor hij en Pearl naar Roseville in Californië verhuisden.
+
In 1917 schreef hij zich in voor een schriftelijke tekencursus, de ''Landon Mail Course''. Door slechte postbezorging kon Barks de cursus echter niet afmaken. Bovendien brak de Eerste Wereldoorlog uit en alle dienstplichtigen uit de buurt werden opgeroepen, wat tot een grote vraag naar hulpkrachten in de omringende boerderijen leidde. Carl was nog twee jaar verwijderd van dienstplichtige leeftijd en werkte zich een slag in de rondte, waardoor voor tekenen weinig tijd overbleef. Na de oorlog verliet hij de boerderij en vertrok naar San Francisco, waar hij ging werken in een drukkerij, maar waar de plaatselijke kranten geen enkele interesse toonden in zijn tekeningen. Anderhalf jaar later keerde hij terug naar Merrill, waar hij Pearl ontmoette en in 1921 met haar trouwde. Barks was het werk op de boerderij moe en werkte vanaf 1923 als houthakker en later bij de spoorwegen, waarvoor hij en Pearl naar Roseville in Californië verhuisden.
-
In 1928 kwam een grote doorbraak: het blad The Calgary Eye-Opener kocht een cartoon van Barks en vroeg om meer. Ondertussen liep zijn huwelijk met Pearl spaak, die met hun dochters Peggy en Dorothy bij haar moeder introk. De definitieve echtscheiding kwam twee jaar later, in 1931. Barks zag dat als een reden om terug te gaan naar Oregon, waar hij bleef werken aan cartoons voor Eye-Opener en besloot zich helemaal op cartooning te concentreren. Eind 1931 kreeg hij van de redactie van de Eye-Opener geld om over te komen naar Minneapolis, om in vaste dienst te komen werken. Barks runde het blad praktisch in zijn eentje en signeerde de tekeningen met verschillende namen.
+
In 1928 kwam een grote doorbraak: het blad ''The Calgary Eye-Opener'' kocht een cartoon van Barks en vroeg om meer. Ondertussen liep zijn huwelijk met Pearl spaak, die met hun dochters Peggy en Dorothy bij haar moeder introk. De definitieve echtscheiding kwam twee jaar later, in 1931. Barks zag dat als een reden om terug te gaan naar Oregon, waar hij bleef werken aan cartoons voor ''Eye-Opener'' en besloot zich helemaal op cartooning te concentreren. Eind 1931 kreeg hij van de redactie van de ''Eye-Opener'' geld om over te komen naar Minneapolis, om in vaste dienst te komen werken. Barks runde het blad praktisch in zijn eentje en signeerde de tekeningen met verschillende namen.
Line 35: Line 35:
-
Ondertussen bereikte ook Barks het bericht dat men in de Disney Studio’s, waar in 1934 Donald Duck was geboren, nieuwe arbeidskrachten zocht. Barks stuurde een paar tekeningen op, onder andere ideeën voor Sneeuwwitje, waar Disney in die tijd aan werkte, en kreeg bericht terug dat hij aan de slag kon. Hij werd leerling-_inbetweener_ voor de Donald Duck-tekenfilms. Bij het maken van een tekenfilm was de animator verantwoordelijk voor de bewegingen. Hij tekende de belangrijkste, bijvoorbeeld van een beweging die uit 24 beeldjes bestond, de nummers 1, 3, 14 en 24. De assistent-animator tekende daarna de aanvullende tekeningen, beeldjes 7, 10, 12 en 20. De inbetweeners zorgden voor de resterende tekeningen. Door zijn aanlevering van ideeën en gags werd Barks al snel gepromoveerd naar de verhalenafdeling, waar hij samen kwam te werken met Jack Hannah. Beiden waren betrokken bij de geboorte van Kwik, Kwek en Kwak in de tekenfilm Donald’s nephews. Samen ook werkten zij aan het inmiddels beroemde eerste lange Donald Duck-stripavontuur “Donald Duck finds Pirate Gold”. Dat was gebaseerd op een afgekeurd oud tekenfilmverhaal, dat door Bob Karp (de scenarist van de Donald Duck krantenstrips) tot stripscenario was omgewerkt.
+
Ondertussen bereikte ook Barks het bericht dat men in de Disney Studio’s, waar in 1934 Donald Duck was geboren, nieuwe arbeidskrachten zocht. Barks stuurde een paar tekeningen op, onder andere ideeën voor Sneeuwwitje, waar Disney in die tijd aan werkte, en kreeg bericht terug dat hij aan de slag kon. Hij werd leerling-_inbetweener_ voor de Donald Duck-tekenfilms. Bij het maken van een tekenfilm was de animator verantwoordelijk voor de bewegingen. Hij tekende de belangrijkste, bijvoorbeeld van een beweging die uit 24 beeldjes bestond, de nummers 1, 3, 14 en 24. De assistent-animator tekende daarna de aanvullende tekeningen, beeldjes 7, 10, 12 en 20. De inbetweeners zorgden voor de resterende tekeningen. Door zijn aanlevering van ideeën en gags werd Barks al snel gepromoveerd naar de verhalenafdeling, waar hij samen kwam te werken met Jack Hannah. Beiden waren betrokken bij de geboorte van Kwik, Kwek en Kwak in de tekenfilm ''Donald’s nephews''. Samen ook werkten zij aan het inmiddels beroemde eerste lange Donald Duck-stripavontuur “Donald Duck finds Pirate Gold”. Dat was gebaseerd op een afgekeurd oud tekenfilmverhaal, dat door Bob Karp (de scenarist van de Donald Duck krantenstrips) tot stripscenario was omgewerkt.
-
In 1942 verliet Barks de Disney Studio’s . De Studio’s waren betrokken geraakt bij de Tweede Wereldoorlog en maakten hoofdzakelijk nog propagandafilmpjes voor de Amerikaanse overheid, wat Barks erg oninteressant vond. Bovendien had de airconditioning in de Studio’s zijn gezondheid geen goed gedaan. Met zijn tweede vrouw Clara vertrok Barks naar San Jacinto, waar hij een kippenfokkerij begon en probeerde een eigen strip op te zetten, met echte mensen in de hoofdrol. Uitgeverij Western, die Pirate Gold had gepubliceerd, vroeg hem echter weer Duck-strips te gaan tekenen. Barks ging akkoord en begon op 41-jarige leeftijd aan een carrière als schrijver én tekenaar van Donald Duck-strips. Ondertussen liep in 1952 zijn huwelijk op de klippen. Twee jaar later ontmoette hij Margaret Williams, met wie hij trouwde. Dat huwelijk zou duurzaam en gelukkig blijken. Garé, zoals Margareth werd genoemd, ging Carl helpen bij het maken van zijn verhalen. Ze deed wat decorwerk, verzorgde het inzwarten van schaduwen en deed vanaf 1955 ook de lettering. Begin jaren zestig begon tevens zijn naam bekend te raken bij fans en de eerste fanmail stroomde bij hem binnen.
+
In 1942 verliet Barks de Disney Studio’s . De Studio’s waren betrokken geraakt bij de Tweede Wereldoorlog en maakten hoofdzakelijk nog propagandafilmpjes voor de Amerikaanse overheid, wat Barks erg oninteressant vond. Bovendien had de airconditioning in de Studio’s zijn gezondheid geen goed gedaan. Met zijn tweede vrouw Clara vertrok Barks naar San Jacinto, waar hij een kippenfokkerij begon en probeerde een eigen strip op te zetten, met echte mensen in de hoofdrol. Uitgeverij Western, die ''Pirate Gold'' had gepubliceerd, vroeg hem echter weer Duck-strips te gaan tekenen. Barks ging akkoord en begon op 41-jarige leeftijd aan een carrière als schrijver én tekenaar van Donald Duck-strips. Ondertussen liep in 1952 zijn huwelijk op de klippen. Twee jaar later ontmoette hij Margaret Williams, met wie hij trouwde. Dat huwelijk zou duurzaam en gelukkig blijken. Garé, zoals Margareth werd genoemd, ging Carl helpen bij het maken van zijn verhalen. Ze deed wat decorwerk, verzorgde het inzwarten van schaduwen en deed vanaf 1955 ook de lettering. Begin jaren zestig begon tevens zijn naam bekend te raken bij fans en de eerste fanmail stroomde bij hem binnen.
Line 44: Line 44:
-
In 1966 ging Barks met pensioen, na bijna 25 jaar Duck-strips getekend te hebben. Hoofdredacteur van Western, Craig Chase, vroeg hem echter om nieuwe verhalen te schrijven. Barks schreef en schetste een Oom Dagobert-verhaal, drie Donald Duck-verhalen en tussen 1970 en 1974 was hij de hoofdschrijver van de reeks Junior Woodchucks (Jonge Woudlopers). Daarin sneed hij enkele thema’s over milieuvervuiling –en bescherming aan, jaren voordat het een hot issue zou worden. Deze verhalen werden uitgetekend door hoofdzakelijk Tony Strobl. In de jaren ’90 werden de schetsen opnieuw uitgewerkt door Daan Jippes, die de stijl van Barks veel beter benaderde. In 1994, ter aanleiding van Donald’s 60-jarige bestaan en Barks’ eerste reis buiten de Verenigde Staten en bezoek aan de redacties van verschillende Europese Disney-bladen, schreef hij nog het verhaal “Horsing Around with History”. Hij was niet meer in staat om het zelf te schetsen. De tekenaar William van Horn mocht het verhaal tekenen. Het laatste verhaal waaraan Barks meewerkte was “Somewhere in Nowhere”, in 1998, twee jaar voor zijn dood. Zijn plot werd uitgewerkt door John Lustig en getekend door Pat Block.
+
In 1966 ging Barks met pensioen, na bijna 25 jaar Duck-strips getekend te hebben. Hoofdredacteur van Western, Craig Chase, vroeg hem echter om nieuwe verhalen te schrijven. Barks schreef en schetste een Oom Dagobert-verhaal, drie Donald Duck-verhalen en tussen 1970 en 1974 was hij de hoofdschrijver van de reeks ''Junior Woodchucks'' (Jonge Woudlopers). Daarin sneed hij enkele thema’s over milieuvervuiling –en bescherming aan, jaren voordat het een hot issue zou worden. Deze verhalen werden uitgetekend door hoofdzakelijk Tony Strobl. In de jaren ’90 werden de schetsen opnieuw uitgewerkt door [[Daan Jippes]], die de stijl van Barks veel beter benaderde. In 1994, ter aanleiding van Donald’s 60-jarige bestaan en Barks’ eerste reis buiten de Verenigde Staten en bezoek aan de redacties van verschillende Europese Disney-bladen, schreef hij nog het verhaal “Horsing Around with History”. Hij was niet meer in staat om het zelf te schetsen. De tekenaar [[William van Horn]] mocht het verhaal tekenen. Het laatste verhaal waaraan Barks meewerkte was “Somewhere in Nowhere”, in 1998, twee jaar voor zijn dood. Zijn plot werd uitgewerkt door John Lustig en getekend door Pat Block.
Na zijn pensionering ging Barks ook schilderen. Zijn vrouw Garé was al jaren bezig met schilderen en ook Carl kreeg de smaak te pakken. In 1971 kreeg hij bezoek in Goleta, waar hij toen woonde, van een aantal fans, waaronder Glenn Bray. Hij bood Barks 150 dollar om een schilderij met de Duck-figuren te maken, naar aanleiding van een bepaalde cover. Barks schreef de Disney Studio om toestemming en kreeg die. Na enkele weken was het schilderij klaar. Al snel werd het bij fans bekend dat Barks zijn stripfiguren nu ook op schilderijen vereeuwigde en de opdrachten stroomden binnen. Barks kon nu 250 dollar voor een schilderij vragen en werkte met een wachtlijst. Russ Cochran, eigenaar van de Graphic Gallery, overtuigde hem af te zien van zo’n wachtlijst, en hij mocht de schilderijen samen met Bruce Hamilton gaan veilen op comic conventions, waar de prijs steeg naar ruim duizend dollar. In de jaren die volgden stegen de prijzen en in 1976 bracht “July Fourth in Duckburg” 6400 dollar op. Niet lang daarna verbood Disney het maken van Duck-schilderijen. De prijzen stegen meteen gigantisch. Al dit geld ging aan Barks’ neus voorbij, maar toch koesterde hij geen wrok tegen Disney. Nadat een regeling werd getroffen waardoor ook Disney via royalties kon verdienen aan de schilderijen, kreeg Barks weer toestemming om te schilderen, wat hij nog jaren zou volhouden.
Na zijn pensionering ging Barks ook schilderen. Zijn vrouw Garé was al jaren bezig met schilderen en ook Carl kreeg de smaak te pakken. In 1971 kreeg hij bezoek in Goleta, waar hij toen woonde, van een aantal fans, waaronder Glenn Bray. Hij bood Barks 150 dollar om een schilderij met de Duck-figuren te maken, naar aanleiding van een bepaalde cover. Barks schreef de Disney Studio om toestemming en kreeg die. Na enkele weken was het schilderij klaar. Al snel werd het bij fans bekend dat Barks zijn stripfiguren nu ook op schilderijen vereeuwigde en de opdrachten stroomden binnen. Barks kon nu 250 dollar voor een schilderij vragen en werkte met een wachtlijst. Russ Cochran, eigenaar van de Graphic Gallery, overtuigde hem af te zien van zo’n wachtlijst, en hij mocht de schilderijen samen met Bruce Hamilton gaan veilen op comic conventions, waar de prijs steeg naar ruim duizend dollar. In de jaren die volgden stegen de prijzen en in 1976 bracht “July Fourth in Duckburg” 6400 dollar op. Niet lang daarna verbood Disney het maken van Duck-schilderijen. De prijzen stegen meteen gigantisch. Al dit geld ging aan Barks’ neus voorbij, maar toch koesterde hij geen wrok tegen Disney. Nadat een regeling werd getroffen waardoor ook Disney via royalties kon verdienen aan de schilderijen, kreeg Barks weer toestemming om te schilderen, wat hij nog jaren zou volhouden.

Revision as of 18:44, 27 June 2010

Personal tools